De Tata Steel Investering onder de Loep

Als bestuursvoorzitter van Eerlijk Nederland is het mijn kernmissie om altijd alle kanten van een verhaal te doorgronden voordat ik een oordeel vel. De recente berichten over de voorgenomen investering van de Nederlandse regering van circa 2 miljard in de vergroening van Tata Steel dwingen tot een kritische afweging. Een investering in een groenere toekomst is een prachtig streven, maar de vraag is: klopt dit wel in de context van eerlijke concurrentie en naleving van regels?

De Balans tussen Banen, Winst en Regels

Het staat buiten, kijf dat de werkgelegenheid bij Tata Steel van groot belang is. Zo’n 10.000 gezinnen zijn direct afhankelijk van de fabriek. Tegelijkertijd is de realiteit dat de fabriek al jarenlang wordt geassocieerd met aanzienlijke milieuvervuiling en overlast voor de omwonenden.

Bovendien is Tata Steel eigendom van Tata Sons, een wereldwijd opererende, zeer winstgevende investeringsmaatschappij. Dit roept een fundamentele vraag op over staatssteun:

Waarom moeten wij, de belastingbetalers, significant meebetalen aan de vergroening van een fabriek die wereldwijd winstgevend is en de financiële middelen zou moeten hebben om de eigen broek op te houden?

Gelijke Regels voor Iedereen

Dit is de kern van de discussie: de regels. In Nederland moet elke kleine ondernemer – de bakker op de hoek, de lokale aannemer – investeren in verduurzaming, vergunningen aanvragen, belasting betalen en zich strikt aan milieu- en veiligheidsregels houden. Doet men dit niet, dan volgt een boete of, in het uiterste geval, sluiting. Er is geen vangnet van miljarden euro’s.

Is het niet logisch dat dezelfde principes van eerlijkheid en verantwoordelijkheid ook gelden voor een multinational als Tata Steel?

Mijn stelling is: we zouden vanuit de overheid een duidelijke boodschap moeten sturen: “Dit zijn de Nederlandse milieu- en gezondheidsregels, en die worden nageleefd.”

De dreiging van sluiting en het verlies van banen is reëel, maar in een gezonde economie is het de verantwoordelijkheid van elk bedrijf, groot of klein, om hun werknemers en hun bedrijfsvoering te ‘verzorgen’ binnen de wettelijke kaders.

Denken we te simpel?

Misschien lijkt het te eenvoudig om te zeggen: houd je aan de regels of vertrek. De realiteit van geopolitiek en de energietransitie is complex. Maar ik heb nog nooit een

plaatselijke bakker, die goed voor zijn personeel zorgt, van de regering een miljardensteun zien ontvangen om de concurrentie met grote ketens aan te kunnen of te voldoen aan nieuwe milieu-eisen.

Denk ik te simpel? Of is het hoog tijd voor een objectief debat over eerlijkheid, gezondheid en de rol van de overheid versus winstgevende multinationals?

Ik ben benieuwd naar jullie visie. Laat het ons weten.

 

Geschreven door: Maarten Robrecht Barf

Geen commentaar mogelijk